Promotie

De Eagle bij de NZH

Wanneer een bus liefhebber voor het eerst de Eagle ziet dan is hij gelijk diep onder indruk en blijft seconden lang even stilstaan om het te verwerken.

Het is het totaalbeeld dat diepe indruk op hem maakt. De stoere kop met de grote zilverkleurige Eagle als merkteken, de rechthoekige lichtmetalen carrosserie en  de vierkante spiegels. Het is allemaal prachtig op elkaar afgestemd, een plaatje! Maar dan rijst opeens de vraag: hoe is deze indrukwekkende bus bij de  NZH terecht gekomen?

Daarvoor moeten we terug naar de 60-er jaren. Het was in die tijd dat de Amerikanen Europa ontdekt hadden en in groten getale onze kant op kwamen. De grote Amerikaanse reisbureaus schreven 30-daagse Europa Tours uit voor deze mensen door de bekende landen. Men vloog naar Londen. Daarna de vlucht naar Nederland. Daar stond dan de bus klaar voor de grote reis: België, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Frankrijk. Voor de gemiddelde Europeaan zou zo een reis onbetaalbaar zijn. De Amerikaan profiteerde in die tijd van een sterke dollar. In Nederland fl.3,60 voor 1 dollar. Dus ook in die andere landen hadden ze dat grote voordeel.      

Veel Nederlandse bus- en touringcar bedrijven probeerden in te spelen op dit nieuwe segment van de vervoersmarkt. Zo ook de NZH. Er was echter voor de meesten een klein probleem. De Amerikaanse reisbureaus wilden het beste voor hun klanten en dat betekende o.a. airconditioning in de bus. En niet te vergeten: voldoende bagageruimte. Dat was niet gangbaar bij de Nederlandse aanbieders van personenvervoer. Er waren voldoende mooie touringcars, maar die konden niet aan de gestelde voorwaarden voldoen. De Eagle de oplossing?

Om de Amerikaanse toeristen te gerieven werd een organisatie opgericht om hen op Amerikaans niveau te vervoeren met Eagle’s en onder te brengen in Amerikaanse hotels. Daarvoor kwam Holiday Inn met zijn hotels naar Europa. Het eerste Holiday Inn Motel kwam in Leiden.

De NZH nam een belang in Euro Transport Nederland, de ETN, de eigenaar van de Eagle bussen en via en het Holiday Inn Leiden en Hotel Maatschappij Leiden NV. Er waren ook soortgelijke organisaties in België en Luxemburg, ook daar was de NZH mede eigenaar van. Andere mede-eigenaren waren o.a. de KLM, Heineken, de Vakbond FNV en Libanese investeerders. De directeur van de NZH was ook lid van de Raad van Commissarissen, later was de heer Testa dat ook.

De eerste Eagle’s  kwamen rechtstreeks uit Amerika, later werden ze in Brugge, België geassembleerd.

Voor informatie over kosten en reservering kon men terecht bij: Eurotransport Nederland NV, Eurotransport Belgium S.A. en Eurotransportes  Portugal S.A.R.L.

In 1966 worden door de NZH 16 Eagles besteld bij een Amerikaans / Belgisch productiebedrijf. De kwaliteit van de bussen was de basis van de aankoop. Modern, Airconditioning, goede stoelen met voldoende beenruimte, luchtvering, stille motor en voldoende bagageruimte.

Alvorens er mee op weg te kunnen hebben een aantal geselecteerde chauffeurs  rijopleiding in deze wagen gehad. Dat was wel nodig om dat het gebruik nogal afweek van wat men gewend was. Uiteindelijk kan je niet zomaar een Europa tour met een Eagle rijden. Daar komt meer bij kijken. Uiteindelijk hebben deze chauffeurs vier jaar met Amerikanen door Europa gereden in opdracht van Gateway, Nippon Express, Caravan en Olson’s Royal Coach Tours. Dat daar een eind aan kwam had alles te maken met de waardevermindering van de Amerikaanse Dollar. Een van de oorzaken daarvan had mogelijk te maken met de oorlog in Vietnam.

Ervaringen van de chauffeurs:

Het was in die tijd een hele opgave voor deze mannen. Voor drie of vier weken Europa in gestuurd worden met een groep Amerikanen met een reisleider, een pak geld (n die tijd had ieder land een eigen valuta) om te tanken en overige kosten zoals parkeren, bus wassen, etc. en een gereedschapskist. Dat was een hele verantwoording.

Bij grensoverschrijding met een bus van Nederland naar Duitsland kreeg men te maken met de Duitse voorschriften voor personenvervoer. Er moest een klein bedrag per persoon per af te leggen km betaald worden, plus men mocht niet meer dan 150 liter diesel in de tank hebben.

Op alles wat je meer mee had moest invoerrecht betaald worden. Dit ter compensatie van het prijsverschil per liter tussen Nederland en Duitsland.

België kende soortgelijke voorschriften. Bij het binnenrijden van Zwitserland moest men aan de grens een document invullen over de geplande route. Zo had ieder land bepaalde voorwaarden opgesteld voor buitenlandse bussen.

In de grote  steden zoals Luzern, Innsbruck, Firenze, Rome en Parijs werd altijd een stadstour gereden. Dan kwam er een lokale gids aan boord.

Eén van die chauffeurs uit die tijd was Henk Steenmeijer. 86 jaar

Zaterdag 27 juni was Henk uitgenodigd om naar het museum te komen voor een gesprek over zijn tijd als chauffeur op een Eagle bus.

Meteen na binnenkomst en kennismaking met de aanwezigen kwam hij los: “Het was een geweldige tijd” wat was die Eagle een geweldige bus om op te rijden. Alle superlatieven kwamen aan bod. Het grote verschil in alle opzichten met de bussen die hij gewend was. En dan het motorvermogen! En die bagageruimte. Hij had soms wel 75 koffers en die kon hij dan gewoon kwijt. Hij bleef vergelijken, het was zoveel, bijna alles was anders en vooral veel beter.

En dan die Europa tours met die Amerikanen. Het ene verhaal na het andere kwam los. En ook nog over die reisleiders, daar waren wel goede bij maar sommigen……..Joh.   

Het rondrijden door al die landen bleef boeiend, ook maakte hij de vele veranderingen mee. De constante ontwikkeling van de Autobanen in Duitsland en de Autostrada in Italië, nieuwe wegen, bruggen en tunnels, het ging maar door. Ieder jaar was er  wel iets anders geworden, meestal ook verbeterd.

Uiteindelijk nog even naar de Eagle in de grote hal. Hij bleef eerst even staan, klopte eens op de carrosserie en stapte in en kroop meteen achter het stuur. Zijn gezichtsuitdrukking sprak boekdelen. Met zijn handen langs alle knoppen en schakelaars, dan weer even stil. Het was prachtig om te zien, hij ging echt terug in de tijd.

En dan was daar ook nog Maarten van Vulpen uit Katwijk. Ook hij was in die jaren touringcarchauffeur bij de NZHVM. Zijn verhalen sluiten aan bij de belevenissen en ervaringen van Henk Steenmeijer. De heren zijn het eens. Een geweldige ervaring om nooit te vergeten. Jammer dat op economische gronden aan alles een einde is gekomen, zo ook aan het “Eagle Tijdperk”.

Dit is GMC BUS & Car 118, was ooit van Vlaswinkel, maar is via verschillende eigenaren uiteindelijk in 1996 aangekocht door het NZH Museum.

Bouwjaar 1966, Type B7C Silver Eagle Belgium. Tweetact V6 GM Detroit Diesel.
Het is de trots van de museumvloot, uniek, er rijden er verder geen meer in ons land.

De 118 is identiek aan de 16 bussen  waarmee de NZH heeft gereden, maar heeft geen deel uitgemaakt van de NZH vloot. De bus is aangekocht vanwege de bijzondere periode die de bus in de toergeschiedenis van de NZH vertegenwoordigt.

Gedurende de zomermaanden nog regelmatig op de weg voor speciale opdrachten.

Samensteller van het verhaal bedankt de heer André Testa, het archief NZH Vervoer Museum en de chauffeurs Maarten van Vulpen en Henk Steenmeijer voor hun advies en bijdrage.

Naschrift

De opsomming van al deze gegevens kan de lezer mogelijk op een idee brengen.

Bijvoorbeeld: meerijden in zo’n bus als de Eagle, dat moet wat zijn, dat wil ik wel eens meemaken, maar waar vind ik die informatie?

Met gebruik van het contactformulier komt uw vraag direct bij de juiste persoon terecht.